Zaalvoetballers O17 en O19 buigen voor Belgische leeftijdsgenoten
Bondscoach Max Tjaden zat zondag als coach van Onder 17 en Onder 19 zaal op de bank. –
Teamfoto’s: KNVB Media
Zelfs de meest verstokte zaalvoetbalfan kan het zich nog nauwelijks herinneren, de laatste keer dat de zaalteams van Oranje onder 17 en Onder 19 aantraden voor een officiële interland. Geen wonder, die laatste interland dateerde van midden jaren tachtig. Vandaag, zondag 23 april, kwam daar verandering in.
Michel Wentzel, Marvin Patton, Ronald Biezen, John Keur; zo maar wat namen van de Nederlandse zaalvoetbaljeugdploeg die op 7 april 1984 met 2-8 won van België. Een grote glimlach verschijnt op het gezicht van Max Tjaden, bondscoach van het Nederlandse zaalvoetbalteam en zondag ook de coach van Onder 17 en Onder 19 in het tweeluik tegen België. “Ja, daar ken ik nog wel een paar spelers van”, grijnst hij. “Wentzel was een topkeeper, waar ik helaas net niet meer mee, maar wel
een keer tegen heb gespeeld, Patton is nog cursist bij mij geweest en de zoon van Ronald Biezen, Sem Biezen, speelt nu in de Onder 17-selectie.”
Radiostilte
Nu, na jaren van radiostilte, zijn de jeugdploegen van Onder 17 en Onder 19 voor het eerst sinds tijden weer actief. Of, beter gezegd, spelen beide teams weer een officiële interland. Tot een jaar of vijf geleden was er namelijk wel een jeugdselectie, maar speelde dat team geen officiële interlands. “We kwamen wel bij elkaar, op basis van de zes districtsselecties, maar oefenden dan tegen clubteams, nooit tegen andere landen”, weet Tjaden. Wij gebruiken het geld dat beschikbaar is zoveel mogelijk voor het zaalvoetbal A-team.
Waarom het zo lang heeft geduurd? De coach heeft wel een idee. “Dat heeft eigenlijk een heel simpele reden; het budget. Wij gebruiken het geld dat beschikbaar is zoveel mogelijk voor het zaalvoetbal A-team en een klein deel voor de ontwikkeling van jeugdspelers in Jong Oranje.”
Onlangs wist het Nederlands zaalvoetbalteam zich ternauwernood niet te kwalificeren voor het EK. Een klap natuurlijk voor het Nederlandse zaalvoetbal, maar ook een geluk bij een ongeluk voor de jeugdteams. “Natuurlijk waren we heel graag op het EK actief geweest”, reageert de bondscoach. “Maar doordat we ons niet hebben gekwalificeerd is er nu wel wat extra geld beschikbaar voor andere teams.”
Jeugd Olympische Spelen
Het is niet de enige reden dat Oranje onder 17 zaal nieuw leven is ingeblazen. In 2018 staat namelijk tijdens de Jeugd Olympische Spelen in Buenos Aires ook het zaalvoetbal voor spelers onder 18 jaar op het programma. De kwalificaties voor dat toernooi worden volgend ja
ar gespeeld met het team dat nu nog Onder 17 is. “Daar willen wij graag aan meedoen”, vertelt Tjaden. “Daarom spelen we nu een wedstrijd met dat team tegen België en nemen we deze zomer deel aan een vierlandentoernooi in Portugal tegen toplanden als Italië, Spanje en het gastland. Voor Onder 19 is dat trouwens anders. Daar staat deze wedstrijd op zich.”
Of de Nederlandse talenten van Onder 17 zich met de kroonjuwelen uit die Zuid-Europese landen, erkende toppers in de zaalvoetbalwereld, kunnen meten? De oefenmeester haalt zijn schouders op. “Dat moet blijken. Ik denk dat wij daar nog te licht voor zijn, maar misschien vergis ik me. Ik ken deze jongens ook zelf niet en moest in de selectieprocedure afgaan op de beoordelingen van de coaches. Dus misschien verrassen ze me wel heel erg.”
Werk aan de winkel
Na afloop van de twee duels op zondag moet Tjaden echter eerlijk zijn. Onder 17 en Onder 19 verliezen allebei met kleine cijfers van de Belgen – met 6-8 en 2-4 – maar vooral het kwaliteitsverschil in de jongste leeftijdscategorie viel de bondscoach op. “De Belgen zijn een stapje verder”, zag hij. “Onder 19 was meer gelijkwaardig, maar bij Onder 17 waren de Belgen toch echt wel overduidelijk de betere ploeg. Meer nog dan die 6-8 nederlaag doet vermoeden. Er is werk aan de winkel, zeker als je ervan uitgaat dat de Zuid-Europese landen nog weer een stap verder zijn in hun ontwikkeling. Maar dat is natuurlijk ook weer een mooie uitdaging om mee aan de slag te gaan.”